|

(bron: ww.letkidssmile.nl)
De Vlag
 |
Hier ziet u de vlag van
Ghana, welke in gebruik is sinds 1957. De vlag is ontworpen door
Mevr. Theodosia Salome Okoh. Het rood in de vlag staat voor het
bloed van de mensen die gestorven zijn in de strijd voor de
onafhankelijkheid van Ghana (1957). Het goud staat voor de
rijkdom aan mineralen in Ghana, wat vroeger de Gold Coast werd
genoemd. En het groen staat ten slotte voor het rijke bos. De
ster in het midden van de vlag staat symbool voor de Afrikaanse
vrijheid. |
|
|
|
Geschiedenis
Ghana heeft een erg interessante geschiedenis. Hieronder een
kleine samenvatting van die roerige geschiedenis, om je een
klein beetje een idee te geven wat er zoal heeft gespeeld in de
afgelopen eeuwen.
Er zijn bewijzen dat er 10.000 jaar voor Christus al mensen
waren in het huidige gebied van Ghana, in het gebied bij de
Oti-rivier. Er zijn overblijfselen van een kleine samenleving
gevonden. Er zijn echter ook aanwijzingen dat hiervoor al mensen
in Ghana zijn geweest.
In ca 1300 jaar na Christus werden de eerste koninkrijken
gevormd, o.a. het Akan koninkrijk in de Brong-Ahafo regio. In
15de eeuw kwamen de eerste Europeanen in Ghana – om precies te
zijn de Portugezen. Ghana heette toen nog Goudkust en bestond
nog uit verschillende koninkrijken. De Portugezen bouwden o.a.
het beroemde fort Elmina, aan de kust. Van 1500 tot 1807 was het
tijdperk van de slavenhandel, de oorlogen en verschillende
staatsvormingen. De Portugezen, Denen, Zweden, Nederlanders en
Britten zijn aanwezig geweest in de Goudkust. Forten werden
gebouwd, verlaten, aangevallen, geruild, verkocht en
overgenomen. Fort Elmina viel in 1642 in de handen van de
Nederlanders, die daar toen begonnen zijn met slavenhandel. Dit
deden zij met behulp van een aantal Afrikaanse chiefs en andere
leiders, die zo ook hun graantje meepikten. Slavenhandel tussen
verschillende stammen bestond in Ghana al voordat de Europeanen
kwamen, en de Nederlanders maakten hier makkelijk gebruik van.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw verdreven de
Britten de Nederlanders uit de gehele Goudkust. Uiteindelijk
zijn er naar schatting ongeveer 6 tot 20 miljoen slaven uit
West-Afrika verscheept naar andere contreien. Goudkust was sinds
de komst van de Europeanen het centrum van West-Afrika op het
gebied van de slavenhandel. |
 |
|
|
|
 |
In 1874 vestigde
Groot-Brittanië officieel de Kolonie Goudkust. In 1878 werd
cacao geïntroduceerd in Goudkust, wat tegenwoordig is
uitgegroeid tot het belangrijkste exportproduct van Ghana. In
1954 werd er een nieuwe Grondwet ingevoert, die veel grote
bevoegdheden verleende aan Nkrumah, de eerste Ghanese president.
Op 6 maart 1957 was het afgelopen met de Britse overheersing in
Ghana en werd het land – als één van de eerste Afrikaanse landen
– eindelijk zelfstandig. Na deze zelfstandigheid zijn er nog een
aantal staatsgrepen gepleegd, totdat het land eindelijk stabiel
werd.
In 1964 is de bekende Akosombo-dam voltooid. Deze dam zorgt
ervoor dat het Volta-meer – wat het grootste meer ter wereld is
dat door de mens is gemaakt – veek energie door waterkracht op
kan leveren. Helaas moesten hiervoor bijna zeshonderd dorpen en
stadjes verplaatst worden om plaats te maken voor het meer.
Hierdoor moesten tachtigduizend mensen op zoek naar een andere
woonplaats.
In 1983 kwam Ghana in de eerste fase van het Economic
Recovery Program van de World Bank en het International Monetary
Fund. Vanaf 1981 tot 2000 is Jerry Rawlings staatshoofd.
Rawlings werd in 2000 opgevolgd door John Kufuor, die nu voor de
tweede maal gekozen is als president van Ghana. |
|
|
|
Klimaat en landschap
Ghana is 239.000 km2, wat ongeveer even groot is als
Groot-Brittanië en ongeveer 7.5 maal zo groot als Nederland. Ten
oosten van Ghana ligt Togo, ten westen ligt Ivoorkust en ten
noorden ligt Burkina Faso. Ghana ligt net ten noorden van de
evenaar.
Ghana is een tropisch land. In het zuidoosten is het warm en
droog. In het zuidwesten is het warm en vochtig en in het
noorden is het voornamelijk droog. Het is in heel Ghana droog en
stoffig tijdens het droogseizoend, wanneer de harmattanwind
waait vanuit het noordoosten. De harmattan is vanaf ongeveer
december tot en met januari en houdt in dat er ontzettend veel
zand en stof in de lucht zit, waardoor letterlijk alles onder
een laagje stof komt te zitten en dat het bijna onmogelijk is
jezelf schoon te houden. Ghanesen kunnen dat op de één of andere
manier wel; zij zien er bijna altijd piekfijn uit.
Er zijn twee regenseizoenen: vanaf april tot juni en van
september tot oktober. Het blijft het hele jaar erg warm in
Ghana. Alleen in het droge seizoen kan het ‘s nachts wat
afkoelen tot ongeveer 20 graden Celsius.
Ghana heeft in het zuiden een landschap dat bestaat uit
grasvlaktes en mangroves (en uiteraard palmbomen en stranden).
In het westen en het zuiden zijn er veel tropische bossen en in
het noorden bestaat het landschap voornamelijk uit savanne en
moerassen.
Ghana is een relatief plat land; de hoogste berg is de
Afadjato (880 m). Het land is wel overal heuvelachtig. Er zijn
veel rivieren in Ghana, die bijna allemaal – via het Voltameer –
richting zee stromen. Het Voltameer is het grootste meer ter
wereld dat door mensen is gemaakt. Het Volta-meer is ontstaan
door een dam in de Volta-rivier. Deze dam heet Akosombo-dam,
omdat het bij het dorpje Akosombo is. |
 |
|
|
|
 |
Bevolking
Er wonen meer dan 20 miljoen mensen in Ghana. De
levensverwachting van Ghanezen is gemiddeld 56 jaar. Ongeveer
350.000 mensen zijn besmet met HIV/AIDS. Het percentage mensen
dat aan alfabetisme leidt, is 75%.
De helft van de bevolking spreekt één van de talen van de
Akan (bijvoorbeeld Twi en Fante). De rest van het land spreekt 1
van de 75 andere Ghaneze talen. Engels mag dan wel de officiële
voertaal zijn in Ghana, maar meestal spreekt men die taal als
tweede taal of helemaal niet. Op scholen wordt in het Engels les
gegeven (wat de kinderen vaak amper spreken, waardoor zij dus
niet veel opvangen van de lessen) en in het zakenleven is ook
Engels de voertaal, maar in de armere gebieden en het noorden
spreekt men nauwelijks Engels.
De mensen die nu in Ghana leven, stammen af van immigranten
van andere delen van West Afrika. Oorspronkelijk woonden er
andere stammen in het gebied wat nu Ghana heet dan die er
tegenwoordig wonen. |
|
|
|
Economie
Ghana is in verhouding tot de andere West-Afrikaanse landen
welvarend. Ghana is echter nog steeds erg afhankelijk van
internationale financiële en technische assistentie. De
belangrijkste export goederen zijn cacao, goud, hout, tonijn,
bauxiet, aluminium, mangaan en diamanten. De overige producten
die Ghana verhandelt zijn onder andere rijst, koffie, cassave,
pinda’s, maïs, bananen, vis en rubber. Ook veel van deze
producten zijn uiteraard voor eigen gebruik. De voornaamste
export landen zijn Nederland, Engeland, Frankrijk, Duitsland,
Japan, Italië, Turkije en de Verenigde Staten. 60% van de
bevolking werkt in de landbouw. De munteenheid van Ghana is de
Cedi. |
|
|
|
Sport
Het oudste spel van Ghana is Oware. Het wordt in meerdere
Afrikaanse landen gespeeld. Het spel is voor twee spelers en het
lijkt op Backgammon, maar het ziet er anders uit en heeft 24
stenen. Het bord is meestal van hout gemaakt, met 12
gaatjes/bakjes erin, 6 aan elke kant. Het wordt door jong en oud
gespeeld en men is erg fanatiek. Er wordt door sommigen ook
beweerd dat oorlogen vroeger werden uitgevochten met dit spel…
Een ander erg belangrijk spel is voetbal. Ghanese jongens
doen alles om een voetbalheld te worden. Ze willen allemaal in
het Ghanese team Blackstars. Veel Ghanese voetballers spelen in
Europa. In 1882 kwam de eerste zwarte voetballer naar Engeland.
Dit was Arthur Wharton, een Ghanees. |
 |
|
|
|
 |
Typisch Ghanees
 |
De meeste typische Ghanese voorwerpen die op markten te
verkrijgen zijn, zijn met de hand gemaakt. De Ashanti’s zijn
bijvoorbeeld beroemd gewordendoor het weven van de ceremoniële
Kente-stoffen. Daarnaast zijn er op een Ghanese markt veel
houten beelden te vinden, net als gouden sieraden, manden en
zelfgemaakte drums. Kennis van het maken van deze spullen wordt
generatie op generatie doorgegeven. Het eten in Ghana is erg
anders dan in Europa. Men eet voornamelijk pittige soep met een
soort aardappels (yam) of rijst. Ook eten ze veel bonen. Fufu is
een echt luxe feestmaal, of voor zondagen. Fufu wordt gemaakt
van cassave en plantain of yam. Dit wordt gekookt, en daarna
gepureerd, door er lang op te stampen met een speciale
stok/paal. Hierdoor wordt het een plakkerige bal, die geserveerd
wordt met een pittige soep (light soup).
Het is in Ghana heel normaal dat je op straat eet. Je haalt
je eten dan bij een chop-bar, waar je op een bankje gaat zitten
om te eten – gewoon op straat. Bij chop-bars kun je meestal fufu
eten, banku, gefrituurde plantain (soort banaan) en gefrituurde
yam (soort aardappel). Ook kun je een gekookt of gebakken eitje
op brood krijgen. Er is veel cacao in Ghana, dus je zal wel
denken dat je er ook de lekkerste chocolade van de wereld kunt
krijgen. Dit is helaas niet het geval, aangezien bijna alle
cacao naar de westerse landen wordt geëxporteerd en daar wordt
het verwerkt tot chocolade. In Ghana wordt wel chocola
geproduceerd, maar deze is lang niet van dezelfde kwaliteit als
de chocola in het Westen. |
|
|
|
Religie
Ghana heeft vrijheid van religie. Er zijn diverse religies
die aangehangen
worden.
De religie met de grootste aanhang in Ghana is het Christendom
(63%), gevolgd door de Islam (16%) en de Traditionele Afrikaanse
godsdiensten (21%). Al deze religies leven in vrede met elkaar.
Religie hoort bij het leven van een Ghanees. Ze begrijpen dan
ook niet dat er mensen zijn die ‘niets’ geloven. Het noorden van
Ghana is overwegend Islamitisch. Dit komt doordat er in het
verleden veel gehandeld werd met het imperium van de Sahel, die
via het noorden Ghana binnenkwamen in ongeveer de 13de eeuw. Het
zuiden heeft meer invloed gehad van de Europeanen, wat ervoor
heeft gezorgd dat het Christendom daar zijn intrede heeft
gedaan. Er zijn ontzettend veel verschillende kerken – bijna
allemaal verschillende ‘afdelingen’ van het Christendom –,
waardoor je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Sommige
kerken zijn een beetje samen gegaan met de Traditionele
Afrikaanse godsdiensten. In Ghana heb je nog veel traditionele
feesten die uit het verleden komen, toen de traditionele
godsdiensten nog overheersten. Deze feesten verschillen per dorp
of gebied. In de traditionele godsdiensten zijn voorouders erg
belangrijk, net als de personen die met de goden kunnen praten,
zoals de Fetish Priest. Via die mensen –kan de bevolking met de
goden kunnen communiceren. |

|
|
|
|
 |
Ghanezen
Ghanezen hebben de
Engelse taal overgenomen uit het koloniale tijdperk. In Ghana
hebben ze een Engels schoolsysteem en zo hebben ze nog wel meer
dingen overgenomen. Maar Ghanezen blijven Ghanezen. Hun karakter
hebben ze gehouden, hun speciale eigenschappen hebben ze
bewaard. Ghanezen zijn in eerste opzicht ontzettend vriendelijk
en heel gastvrij, ook al ben je een vreemde voor hen. Ben jij
ook zo tegen vreemden die je tegenkomt op straat? Als er iemand
naar mij toe zou komen en zou vragen of ik een plek weet waar
die persoon kan overnachten, zou ik hem dan mijn huis wijzen of
een hotel? En als iemand ergens iets wilt eten, zou ik hem dan
naar mijn keuken brengen of hem een restaurant wijzen? Naast
deze ongelooflijke gastvrijheid, zijn Ghanezen ook heel rustig,
of anders gezegd: relaxed. Ze leven per dag en per moment. Met
per moment bedoel ik het volgende: Als een Ghanees onderweg is
naar school en hij komt iemand tegen die hij een tijdje niet
meer gezien heeft, dan blijft hij daar mee praten, net zo lang
als dat hij daar behoefte aan heeft. Hij is met dat moment
bezig. Als ze klaar zijn met praten, dan richt hij zich weer op
zijn route, hij gaat naar school, waar hij dan dus te laat komt.
Het te laat komen wordt tot op zekere hoogte geaccepteerd, je
kan iemand niet zomaar voorbij lopen. Een afspraak wordt gemaakt
voor een dagdeel, dus “in de morgen, in de middag of in de avond
kom ik langs”. Er is heel weinig stress op het gebied van ‘te
laat komen’. Relaties met vrienden en familie en andere bekenden
zijn belangrijker dan de agenda en zijn tijdschema. Ghanezen
zijn heel erg vriendelijk, wat soms ook tot ergernis kan leiden.
Als er namelijk een heleboel mensen tegelijk heel vriendelijk
zijn, en als iedereen je telkens aanspreekt en je telkens de weg
wil wijzen – terwijl je niet op zoek bent naar de juiste weg –
kan dat uitlopen tot ergernis. Maar het went en op een gegeven
moment heb je die mensen misschien zelf nodig, dus ben je
dolblij dat de meesten zo vriendelijk zijn. Het is in elk geval
een heel gemis als je na een tijdje terugkomt in Nederland en
niemand je meer aanspreekt en vraagt hoe het met je gaat…
|
|
|